ETANERCEPTLaatste bijwerking : 2019.06.10 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | parenteraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
check II | check II | check II | check II | check II | (ja) II | |
geen info | geen info | geen info |
Er bestaat een risico op meer geboorteafwijkingen.
De code bij borstvoeding is gebaseerd op farmacokinetische gegevens
Geen specifieke humane informatie beschikbaar.
SKP : Vrouwen die zwanger kunnen worden, dient geadviseerd te worden om geschikte anticonceptie te gebruiken om zwangerschap te voorkomen tijdens behandeling met Benepali en gedurende drie weken na het stoppen van de behandeling [SKP Benepali 01 2016].
Preklinische gegevens over effecten van etanercept op vruchtbaarheid en algemene voortplantingsprestatie zijn niet beschikbaar [SKP Benepali 01 2016].
Etanercept passeert de placenta en is gedetecteerd in het serum van zuigelingen van vrouwelijke patiënten behandeld met etanercept tijdens de zwangerschap. De klinische impact hiervan is onbekend. Bij zuigelingen kan het risico op infectie echter verhoogd zijn [SKP Benepali 01 2016].
Een hoger percentage ernstige geboorteafwijkingen werd waargenomen in een observationele studie die zwangerschappen vergeleek waarin de vrouw in het eerste trimester was blootgesteld aan etanercept, met zwangerschappen waarin de vrouw niet was blootgesteld aan etanercept of andere TNF-antagonisten (aangepaste odds-ratio 2,4, 95%-CI: 1,0-5,5). De typen ernstige geboorteafwijkingen kwamen overeen met de meest gemelde in de algemene populatie en er is geen specifiek patroon van afwijkingen geconstateerd. Er werd geen verandering waargenomen in de mate van voorkomen van miskramen, doodgeboorten of kleine misvormingen [SKP Benepali 01 2016].
Dierexperimenteel:Ontwikkelingstoxiciteitstudies die zijn uitgevoerd bij ratten en konijnen toonden geen tekenen aan van schade aan de foetus of aan de neonatale rat als gevolg van etanercept [SKP Benepali 01 2016].
Tweede trimester:Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Zie eerste trimester.
Dierexperimenteel:Preklinische gegevens over peri- en postnatale toxiciteit van etanercept zijn niet beschikbaar [SKP Benepali 01 2016].
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Toediening van levende vaccins aan zuigelingen gedurende 16 weken nadat de moeder de laatste dosis etanercept toegediend heeft gekregen, wordt over het algemeen niet aanbevolen [SKP Benepali 01 2016].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
L2
Het is gerapporteerd dat etanercept wordt uitgescheiden in de moedermelk na subcutane toediening. Het erg hoge moleculair gewicht maakt dat de concentratie van etanercept in de moedermelk heel laag blijft [Briggs]. Aangezien etanercept een eiwit is dat na orale toediening wordt afgebroken in het maag-darmkanaal, is de absolute biologische beschikbaarheid bij een zuigeling die borstvoeding krijgt bovendien naar verwachting zeer laag. Het effect ervan op de zuigeling is onbekend [Briggs].
Dierexperimenteel:In zogende ratten, na subcutane toediening, werd etanercept uitgescheiden in de melk en ontdekt in het serum van de rattenjongen [SKP Benepali 01 2016].
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Geen specifieke gegevens beschikbaar
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Hale, Medications and Mothers´Milk, 17th Edition, 2017
Wetenschappelijke bijsluiter (SKP Samenvatting van de Kenmerken van het Product)
Briggs G, Freeman R, Yaffe S. Drugs in Pregnancy and Lactation, 10th edition, Philadelphia 2015;
Geen specifieke informatie beschikbaar.
Adalimumab, certolizumab, etanercept,golimumab en infliximab inhiberen het TNF (Tumor Necrosis Factor), een cytokine betrokken bij ontstekingsprocessen. Ze hebben een uitgesproken immunomodulerend effect. De TNF-remmers worden in principe slechts gebruikt bij ernstig verlopende aandoeningen na falen van de klassieke middelen (bv. methotrexaat), en in sommige gevallen in associatie (bv. met methotrexaat) [BCFI].